Vermogensbelasting 2024 – dé veranderingen op een rij

De vermogensbelasting ligt al jaren onder vuur en de plannen zijn meerdere malen gewijzigd. Veel mensen betaalden veel meer belasting dan ze aan rendement behaalden. Dat voelt niet eerlijk. De fiscus rekende met fictieve rendementen voor vermogensbeheer, zelf beleggen of sparen. De Belastingdienst is zelfs door de rechter op de vingers getikt omdat het systeem onredelijk is. Wat gaat er nu veranderen? We zetten het in dit artikel op een rij.


In dit artikel:

Wanneer betaalt u vermogensbelasting?

Spaarders benadeeld

Overgangsregeling duurt tot 2027
Vermogensbelasting 2024

Vermogensbelasting 2023

Vermogensbelasting 2022

Hervorming van de vermogensbelasting

Per 2027 vermogensaanwasbelasting


In het kort

De fiscus rekende in het verleden met fictieve rendementen op het vermogen. Er werd daarbij uitgegaan van een fictieve verdeling van het vermogen tussen sparen en beleggen. Op last van de rechter moet de vermogensbelasting nu worden aangepast, zodat belasting geheven wordt over het reële rendement. Echter kan een nieuw box 3-stelsel vanwege technische redenen pas in 2027 worden ingevoerd. De jaren 2021 t/m 2026 zijn dus overgangsjaren. In deze periode blijft de fiscus rekenen met fictieve rendementen, maar die sluiten wel beter aan bij de realiteit. Bovendien wordt de heffing nu toegepast op de reële verdeling van vermogen én stijgt het belastingpercentage stapsgewijs van 31% naar 34%. Vanaf 2027 moet de belasting berekend gaan worden op basis van zowel reële rendementen als een reële verdeling. 



Wanneer betaalt u vermogensbelasting?

U moet vermogensrendementsheffing betalen wanneer uw vermogen groter is dan de vrijstelling. In zowel 2023 als 2024 bedraagt het vrijgestelde vermogen €57.000. Wanneer u fiscaal partners bent, geldt het dubbele. Blijft u onder die grens, dan betaalt u geen belasting. Komt u echter boven het vrijgestelde vermogen, dan heft de fiscus in het huidige systeem belasting over fictieve rendementen. Belangrijk om te realiseren is dat uw daadwerkelijke spaarrente of behaalde rendement geen rol speelt in de berekening van de vermogensbelasting. Dit systeem gaat echter veranderen.


Een manier om de vermogensbelasting te verlagen of zelfs naar nul te brengen is door gebruik te maken van pensioenbeleggen. Lees daar meer over in ons artikel Wat is pensioenbeleggen



Spaarders benadeeld

Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het systeem voor de heffing op spaargeld en beleggingen onredelijk en discriminerend is. De fiscus rekent sinds 2017 met fictieve rendementen die in de praktijk onhaalbaar zijn. Dat levert een onredelijk hoge belastingdruk voor spaarders op. Het is aan de wetgever om dit op te lossen. Stapsgewijs komt het kabinet met een oplossing. Er ligt nu een nieuw wetsvoorstel om te komen tot heffing op basis van reële rendementen per 2027.



Overgangsregeling duurt tot 2027

De jaren tot en met 2026 zijn overgangsjaren. In die jaren gaat de fiscus uit van de reële verdeling van het vermogen tussen sparen, beleggen en schulden. Wel werkt de fiscus in de overgangsjaren nog altijd met fictieve rendementen. Met ingang van 2027 zou de fiscus dan klaar zijn om te gaan heffen op basis van de reële rendementen vanuit het vermogen.


Voor de berekening van de vermogensbelasting in de overgangsjaren wordt het vermogen verdeeld in drie groepen, met een fictief rendement voor elke groep. Het streven is dat de rendementen waarmee de fiscus rekent goed aansluiten bij de werkelijkheid. Maar omdat het rendement wordt gebaseerd op meerjarige gemiddelden, kan het fictieve rendement per jaar sterk afwijken van het reële rendement dat u behaalt of het rendement van vermogensbeheerders. Hieronder tonen we de fictieve rendementen die de belastingdienst hanteert: 

Vermogen20172018201920202021202220232024
Sparen0,25%0,12%0,08%0,04%0,01%0,00%0,36%*nog niet bekend
Beleggen5,39%5,38%5,59%5,28%5,69%5,53%6,17%nog niet bekend
Schulden3,42%3,20%3,00%2,74%2,46%2,28%2,57%*nog niet bekend
Tabel: fictieve rendementen voor sparen, beleggen en schulden, bron: Belastingdienst

* Het percentage 2023 voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. De percentages voor bank- en spaartegoeden en schulden zijn nog voorlopig.

Vermogensbelasting 2024

Op Prinsjesdag zijn de plannen bekendgemaakt voor 2024. Daaruit blijkt dat de fiscus ook in 2024 nog steeds werkt met fictieve rendementen op spaargeld en beleggingen. De berekeningen voor 2023 tot en met 2026 zijn op basis van de forfaitaire spaarvariant. Dat houdt in dat de fiscus uitgaat van de werkelijke verdeling van het vermogen, maar nog wel rekent met een fictief rendement voor elk vermogensdeel. De fictieve rendementen voor 2024 zijn nog niet bekend. 


Het tarief voor de vermogensbelasting wordt volgens de laatste plannen versneld verhoogd en gaat ineens met twee procentpunt omhoog naar 34% over het fictieve totaal rendement, afhankelijk van de wijze waarop u uw vermogen heeft verdeeld tussen sparen, beleggen en schulden. 


Het heffingsvrij vermogen (de vrijstelling) stijgt in 2024 niet mee met het tarief voor de vermogensbelasting of de inflatie. Het bedrag is volgens de laatste plannen gelijk aan 2023, namelijk €57.000,- (het dubbele voor fiscale partners). Wanneer uw vermogen op 1 januari 2024 lager is dan het heffingsvrij vermogen dan betaalt u geen vermogensbelasting. 

Concreet betekent dit dat veel mensen meer belasting kwijt zijn over hun vermogen. Want zonder indexatie van het heffingsvrij vermogen en met een tarief dat stijgt van 32% naar 34% gaan mensen eerder en méér belasting betalen over hun vermogen.



Vermogensbelasting 2023

De fiscus werkt in 2023 met fictieve rendementen op spaargeld en beleggingen. Voor de jaren 2023 tot 2027 geldt enkel de forfaitaire spaarvariant. Daarmee is er een definitieve overstap gemaakt naar een vermogensbelasting die gebaseerd is op de werkelijke verdeling van vermogen. Het is vanaf 2023 niet meer mogelijk te kiezen voor de oude rekenmethode, zoals voor 2021 en 2022 wel het geval was. 


Het tarief voor de vermogensbelasting bedraagt in 2023 32%. Het heffingsvrij vermogen (de vrijstelling) bedraagt in 2023 €57.000,- (het dubbele voor fiscale partners). Wanneer uw vermogen op 1 januari 2023 lager is dan het heffingsvrij vermogen dan betaalt u geen vermogensbelasting. 


Doordat de belastingdienst kijkt naar de werkelijke verdeling van uw vermogen, is sparen relatief gunstiger. Maar wie een groot deel van het vermogen belegt, moet naar verwachting juist meer belasting gaan betalen ten opzichte van eerdere jaren, omdat de belastingdienst veronderstelt dat u hierover een hoger (fictief) rendement maakt. 


Vermogensbelasting 2023 berekenen

Stel uw vermogen bedraagt op 1 januari 2023 €100.000 en u hebt geen fiscale partner. De fiscus kijkt naar de werkelijke verdeling van uw vermogen tussen sparen, beleggen en schulden. Uw vrijstelling wordt naar rato verdeeld tussen het spaar- en beleggingsgedeelte.


Bent u een spaarder, dan rekent de fiscus over spaargeld boven de vrijstelling (€100.000 - €57.000 = €43.000) voorlopig met 0,36% rendement. De percentages voor sparen en schulden zijn nog voorlopig. Begin 2024 worden deze definitief vastgesteld. Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen is al wel vastgesteld, op 6,17%.


Stel u belegt de helft van uw vermogen en de andere helft zet u op een spaarrekening. Dan volgt een heffing over het deel boven de vrijstelling, verdeeld naar rato van de vermogensmix:

€21.500 aan spaargeld tegen 0,36% rendement, dat levert €77 fictief rendement op.

€21.500 aan beleggingen tegen 6,17%, dat levert €1326 fictief rendement op. 

Het totaal fictief rendement waarmee de fiscus rekent bedraagt: €77 + €1326 = €1403

Daarover heft de fiscus 32% vermogensbelasting, dus komt de heffing uit op €449.



Vermogensbelasting 2022

In 2022 bedraagt het tarief voor de vermogensbelasting 31% over het fictieve totaalrendement, afhankelijk van de wijze waarop u uw vermogen heeft verdeeld tussen sparen, beleggen en schulden. De totstandkoming van deze fictieve rendementen vindt u op de website van de belastingdienst. 


In de belastingaangifte over 2022 mag u volgens de Consumentenbond kiezen tussen de spaarvariant, of de oude methode. Bij de aangifte worden beide manieren berekend en automatisch wordt gekozen voor de variant met de laagste belastingdruk. Hieronder lichten we zowel de spaarvariant, als de oude rekenmethode toe. 


Vrijstelling vermogensbelasting

Vanaf 2022 geldt een heffingsvrij vermogen van €50.650 per persoon. Bent u fiscaal partners, dan verdubbelt de vrijstelling tot €101.300. Wanneer uw vermogen op 1 januari 2022 lager is dan het heffingsvrij bedrag komt u niet in box 3 terecht en betaalt u geen vermogensbelasting.


Vermogensbelasting 2022 berekenen volgens de spaarvariant

Uw vermogen bedraagt op 1 januari 2022 €100.000 en u bent geen fiscaal partners. De fiscus kijkt nu naar de werkelijke verdeling van uw vermogen tussen sparen, beleggen en schulden. De fictieve verdeling vervalt dus. Uw vrijstelling wordt naar rato verdeeld tussen het spaar- en beleggingsgedeelte.


Bent u een spaarder, dan betaalt u bijna niets. Over de €49.350 spaargeld boven de vrijstelling rekent de fiscus met 0,00% rendement, dus er wordt geen belasting over geheven. 


Stel u belegt de helft van uw vermogen en de andere helft zet u op een spaarrekening. Dan bent u duurder uit dan in de oude regeling. In dit geval kiest de fiscus automatisch voor de heffing conform de oude variant.

€24.675 spaargeld, 0,% rendement. 

€24.675 aan beleggingen met een fictief rendement van 5,53%, levert €1365 op. 

Het totaalrendement waarmee de fiscus rekent bedraagt €1365.

De heffing van 31% komt dan op €423.


Vermogensbelasting 2022 berekenen volgens de oude variant 

In de oude variant ging de belastingdienst ervan uit dat er een vaste verdeling is tussen spaargeld en beleggingen. Mensen met grotere vermogens beleggen een groter deel daarvan en behalen dus een hoger (fictief) rendement. In 2022 betaalt u voor het vermogen boven de vrijstelling 31% over het fictieve rendement. De belastingdruk in box 3 valt in 2022 iets lager uit dan in 2021. Door de gedaalde rente rekent de belastingdienst in 2022 met iets lagere fictieve rendementen. De percentages vindt u in onderstaande tabel. 


SchijfVermogenRendementsheffing
Heffingsvrij vermogen< € 50.6500%
Schijf 1€ 50.650 tot € 101.3000,56%
Schijf 2€ 101.301 tot € 1.012.3501,35%
Schijf 3Vanaf € 1.012.3511,71%

Tabel 1: vermogensbelasting 2022 berekenen


Uw vermogen bedraagt op 1 januari 2022 €100.000 en u bent geen fiscaal partners. Over de eerste €50.650 betaalt u geen belasting. Over de resterende €49.350 betaalt u 0,56%. U betaalt dus in totaal €276 (0,28%). Dit is lager dan in de spaarvariant hierboven. Bij de aangifte 2022 wordt automatisch dan voor deze variant gekozen.



Hervorming van de vermogensbelasting

Vermogensbelasting 2022Over de vermogensrendementsheffing wordt al jaren gesteggeld. De Belastingdienst wil toe naar een rechtvaardiger belasting op het inkomen uit vermogen in box 3. Vanaf 2027 moet er een nieuw stelsel komen waarin het reële rendement op vermogen wordt belast. De tussenliggende jaren zijn een overbruggingsperiode, waarin de fiscus wel uitgaat van de werkelijke verdeling van het vermogen, maar de fictieve rendementen beter laat aansluiten bij de werkelijkheid. Maar ook daarover wordt nog getwist, met name omdat het fictieve rendement op beleggen sterk kan afwijken van het reële rendement. Dat komt omdat de fiscus werkt met een fictief rendement op basis van een willekeurige mix van aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen. Dat kan dus afwijken van het reële rendement dat een belegger in een jaar heeft behaald. Mogelijk komt de Hoge Raad nog met een definitie van de bandbreedte waarbinnen een fictief rendement mag afwijken.



Per 2027 vermogensaanwasbelasting over werkelijk (ongerealiseerd) rendement

In het coalitieakkoord heeft het kabinet afgesproken om een nieuw box 3-stelsel te introduceren. De vermogensbelasting met fictieve rendementen wordt vervangen door een vermogensaanwasbelasting, gebaseerd op werkelijk behaalde rendementen. Invoering lijkt systeemtechnisch pas haalbaar in 2027. Tot die tijd blijft de fiscus nog werken met fictieve percentages, maar wel gebaseerd op de werkelijke verdeling van uw vermogen. Voor de overbruggingsjaren tot 2027 is spoedwetgeving nodig. Eerdere invoering van een heffing op basis van werkelijke rendementen is technisch niet haalbaar.


Vermogensaanwas- en vermogenswinstbelasting

Het voorstel is om de vermogensaanwasbelasting te heffen over werkelijk behaald rendement, zoals rente, dividend en huurinkomsten uit een tweede huis, maar ook over de stijging van beursgenoteerde beleggingen. De feitelijke waardestijging gaat dan dienen als grondslag voor de vermogensaanwasbelasting. Verliezen en kosten mogen verrekend worden in de aangifte.


Wel geldt hierbij de uitzondering voor minder liquide beleggingen, zoals vastgoed, aandelen in familiebedrijven en start-ups, dat de fiscus pas afrekent nadat de winst is verzilverd. Het verschil tussen de aankoopwaarde en de verkoopwaarde wordt belast en dat heet vermogenswinstbelasting. Het is een tegemoetkoming voor winst die gerealiseerd is met vermogen dat minder liquide is. Maar over de jaarlijkse inkomsten met dat vermogen, bijvoorbeeld dividend of huurinkomsten, betaalt u wel de vermogensaanwasbelasting.


Een nadeel is dat stijgende aandelen ook een waardestijging op papier is, waar echter wel belasting over geheven wordt. Dit kan mensen in problemen brengen als belasting moet worden afgedragen. Het vraagt ook meer administratie van de belastingplichtigen. Helemaal als daar nog de mogelijkheid bij komt om verliezen te verrekenen. Inkomen uit vermogen kan immers in een slecht (beurs)jaar ook negatief zijn. 


Wat ook gaat veranderen is de vrijstelling. Het heffingsvrije vermogen wordt vervangen door een heffingsvrij inkomen uit vermogen. Het is nog niet duidelijk hoe hoog dat wordt.


Bovenstaande plan is nog niet definitief. Het is nog volop in ontwikkeling. De nieuwe regeling zou per 1 januari 2027 in moeten gaan. Dat betekent uitstel van de vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement van 2026 naar 2027. Het is aan een volgend kabinet om het conceptwetsvoorstel in te dienen. Finner houdt u op de hoogte als de belastingplannen van het kabinet verder vorm krijgen.


De op of via dit artikel aangeboden informatie is enkel en alleen bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en is niet bedoeld als enige vorm van deskundig (financieel, juridisch of fiscaal) advies. De getoonde informatie is ook niet toegespitst op uw persoonlijke situatie. 


Meer lezen:

Privé of zakelijk beleggen? 

Sparen of beleggen? 

Rendement vermogensbeheer vergelijken


eBook

Kies uw gratis eBook met handige tips!

Bedankt

We hebben het eBook verzonden naar het onderstaande e-mailadres.

Wij beschermen uw gegevens. Lees hier ons privacy statement