Rekenvoorbeeld
Uw vermogen bedraagt in 2020 100.000 euro en u bent geen fiscaal partners. Over de eerste 30.846 euro betaalt u geen belasting. Over de resterende 69.154 euro betaalt u 0,54%. U betaalt dus in totaal 373 euro (0,37%).
Vermogensbelasting 2021
Vrijstelling vermogensbelasting
Per 1 januari 2021 geldt er een heffingsvrij vermogen van 50.000 euro. Wanneer uw vermogen op 1 januari 2021 lager is dan dit bedrag betaalt u geen vermogensrendementsheffing. Voor fiscale partners geldt een gezamenlijke vrijstelling van 100.000 euro.
Vermogensbelasting berekenen
In 2021 betaalt u voor het vermogen boven de vrijstelling 31% over het fictieve rendement. De totstandkoming van deze fictieve rendementen vindt u op de website van de belastingdienst. Belangrijk om te realiseren is dat uw daadwerkelijke spaarrente of behaalde rendement geen rol speelt in de berekening. Ook maakt het niet uit of het om spaargeld of om beleggingen gaat. De percentages waar u uw te betalen belasting mee berekent vindt u in onderstaande tabel.
Schijf | Vermogen | Rendementsheffing |
Heffingsvrij vermogen | < € 50.000 | 0% |
Schijf 1 | € 50.000 tot € 100.000 | 0,59% |
Schijf 2 | € 100.000 tot € 1.000.000 | 1,4% |
Schijf 3 | Vanaf € 1.000.000 | 1,76% |
Rekenvoorbeeld
Uw vermogen bedraagt in 2021 100.000 euro en u bent geen fiscaal partners. Over de eerste 50.000 euro betaalt u geen belasting. Over de resterende 50.000 euro betaalt u 0,59%. U betaalt dus in totaal 295 euro (0,29%).
Vermogensbelasting vanaf 2022 (plan)
Hieronder lichten we het wetsvoorstel voor de vermogensrendementsheffing toe dat op 1 januari 2022 moet ingaan.
Vrijstelling vermogensbelasting
Vanaf 2022 geldt een heffingsvrij vermogen van 30.846 euro. Wanneer uw vermogen lager is dan dit bedrag komt u niet in box 3 terecht en betaalt u geen vermogensbelasting. Daarnaast geldt er een heffingsvrij inkomen in box 3 van 400 euro. Wanneer u minder dan 400 euro fictief rendement maakt op uw vermogen betaalt u dus geen belasting, ongeacht hoe het rendement tot stand kwam. Maar let wel; dit gaat om een fictief rendement. Voor fiscale partners geldt een dubbele vrijstelling.
Hoe de nieuwe vermogensbelasting werkt
Wanneer u meer vermogen heeft dan bovengenoemde vrijstelling, betaalt u 33% over het fictieve rendement. De belastingdienst gaat rekenen met een vastgestelde gemiddelde spaarrente van 0,09% en een fictief rendement uit beleggingen van 5,33%. Dit fictieve rendement wordt berekend over uw totale vermogen. Het bovengenoemde heffingsvrije vermogen wordt daarin niet meegenomen. Zit u dus één euro boven de vrijstelling dan betaalt u alsnog over het hele bedrag belasting. Wel geldt alsnog het heffingsvrij inkomen.
Vermogensbelasting berekenen
U berekent de door u te betalen vermogensbelasting met de volgende formule:
Inkomen box 3 = (Spaargeld * 0,09%) + (belegd vermogen * 5,33%) – (Waarde schuld * 3,03%)
Te betalen belasting = (Inkomen box 3 – heffingsvrij inkomen) * 33%
Bron: Rijksoverheid
Rekenvoorbeeld
Uw vermogen bedraagt in 2022 100.000 euro, waarvan 20.000 euro aan spaargeld en 80.000 euro belegd. U bent geen fiscaal partners.
Uw (fictief) inkomen in box 3 = (20.000 * 0,09%) + (80.000 * 5,33%) = 4282
Te betalen belasting = (4282 – 400) * 33% = 1281,06 euro (1,28% per jaar)
Het effect van de nieuwe vermogensbelasting op sparen en beleggen
Spaarders “profiteren”
Bij een gemiddelde spaarrente van 0,09% (het vastgestelde gemiddelde over 2019) betalen spaarders tot een bedrag van 440.000 euro geen vermogensrendementsheffing over hun spaargeld. Met een dergelijke lage rente blijft u namelijk onder het heffingsvrije inkomen van 400 euro. Gaat de rente omlaag? Dan stijgt het belastingvrije spaargeld nog verder, omdat u dan minder snel boven de 400 euro uitkomt. Maar gaat de rente omhoog, dan gaat u bij een lager spaarbedrag al betalen. Het bedrag dat u belastingvrij kunt sparen hangt sterk af van de spaarrente. Houd hier rekening mee bij het maken van financiële plannen.
De vermogensbelasting van 2022 maakt sparen dus fiscaal aantrekkelijker. Daarbij moet de opmerking worden geplaatst dat sparen reëel gezien alsnog vrijwel altijd verliesgevend is bij de huidige rentestanden. Dit komt door de inflatie die gemiddeld tussen de
1,5% en 2% ligt.
Belegger betaalt de rekening
Door het hoge fictieve rendement over beleggingen van 5,33% en het verhoogde tarief van 33% gaan beleggers in box 3 fors meer betalen. Kleine beleggers zullen daar door het vrijgestelde vermogen geen last van hebben. Maar beleggers die bijvoorbeeld een potje voor het pensioen opbouwen in box 3 komen al snel boven de vrijstelling en betalen tot wel 1,75% aan belasting, tenzij het pensioen wordt opgebouwd in
box 1. Belangrijk om te realiseren is dat uw daadwerkelijke rendement geen rol speelt in de berekening. In een slecht beleggingsjaar betaalt u dus alsnog 33% belasting over het fictieve rendement van 5,33%.
Nieuwe vermogensbelasting is prikkel voor slechte financiële keuzes
Een ander effect voor beleggers is dat defensieve beleggingen zoals obligaties minder aantrekkelijk worden. Dit komt doordat rendementen daar doorgaans lager zijn, maar wel net zo zwaar belast worden als aandelen. Hierdoor ontstaat een prikkel voor beleggers om ofwel meer te gaan sparen, ofwel offensiever te gaan beleggen. Dit kan leiden tot een spanningsveld met het bij de belegger passende beleggingsprofiel en het niet halen van financiële doelen, zo oordeelde ook
Federatie Financieel Planners. Voor de belegger wordt het een stuk minder interessant om te kiezen voor een defensief beleggingsprofiel, in de wetenschap dat ieder jaar tot 1,75% wordt opgeslokt aan belasting. En de kosten van beleggen komen daar nog bij.

Belastingverlaging of verhoging?
De veranderingen in de vermogensbelasting zijn groot. De belasting wordt niet verlaagd, maar verschuift van de spaarder naar de belegger. Sparen wordt daarmee iets minder verliesgevend en beleggen wordt zwaarder belast. De impact op uw eigen belastingaangifte hangt af van de grootte en de indeling van uw vermogen. Houd hier rekening mee bij het maken van financiële plannen.