Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker, aldus de Belastingdienst. Maar voor de nieuwe vermogensrendementsheffing gaat dat niet op. Waar voorheen de heffing voor iedereen gelijk was wordt dit nu afhankelijk van het vermogen dat u heeft. In dit artikel gaan we in op wat deze wijzigingen voor u betekenen.
Huidige situatie
De fiscus ging bij de huidige heffing uit van een fictief rendement van 4% op vermogen, ongeacht hoe groot het vermogen is. Daarvan was €24.437,- vrijgesteld (of het dubbele voor fiscale partners) en over de rest werd dan 30% belasting geheven. De feitelijke belastingdruk op vermogen kwam dus uit op 1,2% (30% van 4%). Dit was voor iedereen gelijk.
Vermogensrendementsheffing nieuwe stijl
Het bedrag dat vrijgesteld is van belasting wordt volgend jaar verhoogd naar €25.000,- (of het dubbele daarvan voor fiscale partners). Ook in de nieuwe plannen rekent de fiscus met een fictief rendement, maar splitst dit op in een deel voor sparen (1,63%) en beleggen (5,5%). Daarnaast gaat de fiscus werken met 3 vermogensschijven. Het uitgangspunt is dat u meer rendement behaalt als uw vermogen groter is. Met meer vermogen wordt meer belegd - zo redeneert de fiscus - en dus wordt er dan een hoger rendement behaald. Hieronder ziet u de tabel van de Belastingdienst:
Tabel berekening voordeel uit vermogen vanaf 2017
Schijf | Uw (deel van de) grondslag sparen en beleggen | Percentage 1,63% | Percentage 5,5% |
1 | €0 t/m €75.000 | 67% | 33% |
2 | €75.001 t/m €975.000 | 21% | 79% |
3 | > €975.001 | 0% | 100% |
Dit komt neer op het volgende percentage per schijf:
Schijf | Grondslag sparen en beleggen | Percentage |
1 | €0 t/m €75.000 | 2,9% |
2 | €75.001 t/m €975.000 | 4,7% |
3 | > €975.001 | 5,5% |
Voor wie verandert er iets?
Met de nieuwe berekening wordt het een stuk complexer. Wat er precies verandert hangt af van uw specifieke situatie en de omvang van uw vermogen. Om de verschillen inzichtelijk te maken werken we hieronder drie verschillende situaties uit. Daarbij maken we gebruik van deze rekentool. Uit de onderstaande voorbeelden blijkt duidelijk dat de belastingdruk hoger wordt ten opzichte van het huidige systeem naarmate het vermogen toeneemt.
Voorbeeld 1: Vermogen van €125.000,- (alleenstaand) – u betaalt €201 minder

*De berekening van de nieuwe heffing, is als volgt:

Voorbeeld 2: Vermogen van €500.000,- (alleenstaand) – u betaalt €572 meer

Voorbeeld 3: Vermogen van €2.000.000,- (alleenstaand) – u betaalt €6103 meer

*bron tabellen: Knab
Wat is het effect van de nieuwe vermogensrendementsheffing?
De nieuwe vermogensrendementsheffing is ingewikkelder geworden om te berekenen. Maar het is overduidelijk dat voor de ‘kleine’ vermogens (de grootste groep Nederlanders) de wijzigingen gunstig uitpakken. De effectieve belastingdruk daalt immers ten opzichte van het oude systeem (zie voorbeeld 1). Al blijft het pijnpunt bestaan, dat de fiscus uit lijkt te gaan van veel te optimistische rendementen. Voor de meer vermogende consument hebben de wijzigingen een negatieve impact (zie voorbeeld 3). Vooral in de derde schijf neemt de effectieve belastingdruk flink toe. Deze consumenten dienen dus een hoger rendement te halen dan voorheen om hun vermogen in stand te houden.
Interen op spaargeld? Beleggen kan een alternatief zijn
Gezien de lage rentes teert u al snel in op uw vermogen. Beleggen kan een alternatief zijn, al moet u zich niet rijk rekenen met hoge rendementen. Beleggen betekent dat u bereid moet zijn om risico’s te accepteren om een hoger rendement te behalen. Kijk daarom eerst kritisch naar uw situatie en beoordeel of beleggen bij u past. Met een advies op maat helpen wij u graag verder.